HET VERHAAL VAN CINDY



Cindy Huijgen (32) werd geadopteerd uit China: ‘Elke keer als ik meer te weten kom, draait mijn maag om’

In de jaren negentig hebben duizenden Nederlandse echtparen kinderen uit China geadopteerd. Nu die kinderen volwassen worden, stellen ze vragen over hun adoptie. China-correspondent Cindy Huijgen (32) komt tot een pijnlijk inzicht. ‘Kinderen zoals ik werden gezien als handelswaar.’


Ik werd in 1993 als peuter door Nederlanders vanuit China geadopteerd. Als kind fantaseerde ik urenlang over mijn onbekende biologische ouders. Ik heb schriften vol verhalen over een echtpaar dat met een tuktuk door rijstvelden van dorp naar dorp reist, op zoek naar informatie over de verblijfplaats van hun dochter. En over een Chinese vrouw die jaar in, jaar uit dezelfde kleren draagt, zodat ze geld kan sparen voor een vliegticket naar Nederland. In Amsterdam zou ze babyfoto’s ophangen en in gebrekkig Engels aan iedereen uitleggen dat ze op zoek was naar haar dochter. Deze verhalen waren onzin − dat wist ik best. Hoe vaak was mij in Nederland niet verteld wat de echte reden van mijn adoptie was? In China had ik het niet overleefd. Mijn biologische ouders hadden mij uit liefde afgestaan zodat ik een beter leven kon krijgen. Ze hadden mij het liefst zelf gehouden, maar de eenkindpolitiek verbood het hen. En ik kon niet door een ander Chinees gezin worden opgevoed, want Chinezen waren te arm. Adoptie door buitenlanders was mijn enige optie.


In mijn kinderoren klonk deze redenering logisch, en ik heb er lang in geloofd. Toch knaagde er iets aan me. Pas dertig jaar later, nu ik zelf uitgebreid onderzoek naar interlandelijke adoptie heb gedaan en met verschillende biologische ouders in China heb gesproken, begin ik het te begrijpen: kinderen zoals ik werden gezien als handelswaar.


‘Commodificering’ van kinderen

Dit komt doordat vraag aanbod creëert. Die conclusie trekt ook de commissie-Joustra in een rapport uit 2021 over de rol van de Nederlandse overheid bij interlandelijke adopties tussen 1967 en 1998. Een van de passages, die mij diep raakte, luidt als volgt: ‘De strekking van de literatuur is dat er een vraaggestuurde ‘adoptiemarkt’ is ontstaan, gepaard gaande met een zogenoemde ‘commodificering’ van kinderen waarbij grote geldbedragen in het spel zijn’.

Er zijn inmiddels genoeg schandalen aan het licht gekomen waaruit blijkt dat dit ook in China het geval was. Misschien wel het bekendste is het Hunan-schandaal. In 2005 arresteerde de Chinese politie 27 leden van een bende kinderhandelaren. Zij werden ervan verdacht in de jaren nul van deze eeuw zo’n duizend baby’s uit de Chinese provincie Guangdong te hebben ontvoerd.

Die kinderen verkochten ze vervolgens aan weeshuizen in de buurtprovincie Hunan, voor 400 tot 538 Amerikaanse dollar. Documenten werden vervalst, zodat het leek alsof de ouders hun baby’s vrijwillig hadden afgestaan. Amerikanen en andere buitenlanders hebben veel van deze kinderen geadopteerd. Zij moesten het weeshuis 3000 Amerikaanse dollar betalen voor het adoptieproces.


En het waren niet alleen Chinese bendeleden die een slaatje sloegen uit de internationale adoptiemarkt. Handhavers van de eenkindpolitiek haalden baby’s ­regelmatig met geweld weg bij ongeletterde ouders of familieleden, hoewel de landelijke familiewetgeving het in beslag nemen van baby’s verbood.

In 2009 werden in de provincie Guizhou, waar ik zou zijn geboren, zes Chinese handhavers gestraft. Zij werden ervan verdacht dat ze illegaal baby’s meenamen als ouders de boete van 40.000 renminbi (ruim 5000 euro) niet konden betalen. Vervolgens boden de handhavers de kinderen onterecht als ‘wees’ aan op de internationale adoptiemarkt.


Hoe dat in de praktijk ging, hoorde ik van Chen Yangxing, die ik interviewde voor mijn boek omdat hij zijn dochter in 2019 had teruggevonden. Toen zijn vrouw in 1994 zwanger bleek te zijn van hun tweede kind, stortte zijn wereld in. Ze woonden in Yiwu, ten zuiden van Shanghai, waar de eenkindpolitiek met geweld werd gehandhaafd. Zo werd een buurman in elkaar geslagen omdat hij ‘illegaal’ een kind had gekregen.

Meneer Chen liet zijn vrouw onderduiken bij familieleden. Na de geboorte van hun dochter kwam zijn vrouw weer bij hem wonen en ging de baby van het ene naar het andere familielid, tot ze bij een verre nicht terechtkwam die werd opgepakt. Zijn dochtertje werd in een weeshuis geplaatst. Tot Chens afschuw werd zijn nicht, ondanks haar hoge leeftijd, door de handhavers afgeranseld.

Samen met zijn vrouw ging hij in het geheim op zoek naar hun dochter, bang om alsnog gestraft te worden. Pas toen de Chinese regering in 2013 aankondigde dat de eenkindpolitiek zou worden versoepeld, durfden Chen en zijn vrouw openlijk op zoek te gaan. Op een dag vond hij op sociale media een foto van een geadopteerde vrouw die op zoek was naar haar ouders. Ze was het evenbeeld van zijn echtgenote. DNA-onderzoek bewees dat hij de vader was.


Het voelde als kinderhandel

De Nederlandse adoptieouders van zijn dochter hadden haar de naam Nikwi Hoogland gegeven. “Ik had echt niet gedacht dat het weeshuis onze dochter aan buitenlanders had verkocht”, zei meneer Chen. Ik vroeg waarom hij dacht dat ze verkocht was. “Nikwi heeft mij bonnetjes laten zien. Het weeshuis heeft twee bedragen voor haar adoptie ontvangen: 5000 en 10.000 Amerikaanse dollar”, zei hij geëmotioneerd. Voor hem en Nikwi voelde de interlandelijke adoptie van zijn dochter als kinderhandel.

Hoe zouden mijn biologische ouders zich voelen als ze ontdekten dat ik ben geadopteerd door buitenlanders? Ik heb pogingen gedaan om ze te vinden, maar daar ben ik nog niet in geslaagd. Over mijn tijd als baby in China weet ik alleen dat ik eerst in een kindertehuis van de overheid zat. Daarna werd ik verzorgd door Trudy, een Nederlandse vrouw die in China woonde. Door de jaren heen heb ik sporadisch contact met haar gehad.

Trudy wierp zich in de jaren negentig op als tussenpersoon om kinderen uit het weeshuis te halen en ze via Stichting Kind en Toekomst door Nederlanders te laten adopteren. Om haar te helpen met de zorg voor de kinderen die onder haar hoede waren, had Trudy een paar Chinese medewerkers in dienst. Ik heb contact gezocht met een van deze mensen, die met Trudy werkte toen ik in 1992 en 1993 bij haar woonde. Die voormalige oppasser zal ik hier Rachel noemen. Ze woont nog altijd in mijn geboorteplaats Guiyang, dat tussen de bergen in het zuiden van China ligt. Ik zocht haar vorig jaar op om te vragen wat zij zich over mij herinnert.


Knobbeltjes op mijn handen en benen

Toen Rachel voor het eerst naar het weeshuis ging, schrok ze enorm van de onhygiënische toestand, vertelde ze. Het stonk er naar urine en ze vroeg zich af of een van de kinderen op de vloer had geplast of gepoept. Rachel vertelde dat ik knobbeltjes op mijn handen en benen had, toen ik net uit het tehuis kwam. Hoe ik en de bijna zeventig andere kinderen door Trudy uit het tehuis werden gehaald, wist Rachel niet. Ze dacht dat de toenmalige directeur Wang een sleutelfiguur was, waardoor de kinderen voor adoptie beschikbaar konden worden gesteld. “Another director was not very helpful to the foreign business”, zei ze in het Engels.


Op dat moment had ik haar opmerkelijke woordkeuze niet door, omdat ik bezig was met het beeld dat zij van het tehuis had geschetst. Later vroeg ik me af of zij vond dat het ter adoptie aanbieden van baby’s een verdienmodel was. Ontvoeringen door kinderhandelaren, corrupte handhavers die baby’s in beslag namen, weeshuizen die de zorg voor kinderen uitbesteedden aan buitenlanders: het is niet verwonderlijk dat deze situaties in China zijn ontstaan, als je nagaat hoe populair het adopteren van Chinese baby’s in Europa en de Verenigde Staten was.

Toen mijn adoptieouders mij in 1993 ophaalden, werd China gezien als een arm en vreemd land. Adoptiebureaus in Europa en de VS verspreidden destijds de boodschap dat Chinese vondelingen door buitenlanders moesten worden opgenomen, aangezien Chinezen dat zelf niet deden. In 1999 beweerde de directeur van een groot Amerikaans adoptiebureau zelfs dat Chinezen het concept ‘adoptie’ niet kennen. “Voor een Chinees is het belangrijk dat een kind van zijn eigen vlees en bloed is, van een geadopteerd kind zou hij niet zo veel houden als van zijn eigen kinderen”, zei de man anoniem in een interview in de Hongkongse krant South China Morning Post. “Dat ligt bij Amerikanen anders.”


Massale adoptie

Naarmate ik meer leerde over de eenkindpolitiek en de Chinese adoptiewetten, concludeerde ik dat dit niet kon kloppen. In 1979 werd de eenkindpolitiek ingevoerd. Het aantal kinderen in weeshuizen groeide gestaag. Pas in 1993 zette de regering de deur voor interlandelijke adoptie helemaal open, en begonnen Europese en Amerikaanse gezinnen massaal Chinese kinderen te adopteren.

Wat gebeurde er dan met de ‘verboden’ kinderen in de jaren tachtig? Ik kon drie opties bedenken: ze werden aan hun lot overgelaten en stierven, ze brachten hun kindertijd door in een tehuis, óf ze werden binnen de eigen samenleving opgenomen. Ik heb ontdekt dat de derde optie veel vaker voorkwam dan aspirant-ouders in het Westen geloofden. Uit onafhankelijk onderzoek van westerse demografen bleek in 1991 dat er in het decennium vóór de eenkindpolitiek grofweg 200.000 kinderen per jaar in China zelf werden geadopteerd. Na invoering van de strengere regels groeide dat aantal explosief, en in 1987 ging het om een half miljoen kinderen.

Zelfs in de jaren negentig meldden Chinese gezinnen zich om kinderen te adopteren. Maar waar buitenlandse echtparen binnen een paar jaar een gezonde Chinese baby konden ophalen, was de binnenlandse wachttijd langer dan tien jaar. Bovendien moest een Chinees stel aan strengere eisen voldoen: ze moesten getrouwd zijn, nog geen kinderen hebben en ouder zijn dan 35 jaar. Op de internationale adoptiemarkt was een kind uit China adopteren extra populair omdat mensen ook mochten adopteren als ze niet waren getrouwd.


Niet genoeg gezonde baby’s

Ik maak hieruit op dat er een sterke voorkeur was voor buitenlanders. Pas in 1999 werden de binnenlandse eisen versoepeld en mochten Chinese echtparen vanaf 30 jaar adopteren. Onderzoeker Kay Johnson schrijft in haar wetenschappelijke artikel Politics of international and domestic adoption in China: ‘Een aantal Chinese functionarissen verantwoordelijk voor weeshuizen maakte zich zorgen dat er niet genoeg gezonde baby’s overbleven voor interlandelijke adoptie als binnenlandse adoptie populair zou worden’.

Elke keer als ik meer te weten kom over het adoptiesysteem, draait mijn maag om. Om financiële redenen maakten westerse adoptiebureaus westerse echtparen wijs dat zij de enige optie waren voor een baby, die anders dood zou gaan van armoede. Daaruit klinkt voor mij een westers superioriteitsgevoel.

Bovendien is al jaren bekend dat adoptie in eigen land het beste is voor een kind. Het internationale Haags adoptieverdrag uit 1993 stelt duidelijk dat een kind pas voor interlandelijke adoptie in aanmerking mag komen ‘wanneer is gebleken dat opneming van het kind bij familie of in een pleeg- of adoptiegezin in het land van herkomst niet mogelijk is’. Dit verdrag is ook door Nederland en China geratificeerd.


Wensouders óók slachtoffer

Vroeger wilde ik niet op zoek gaan naar mijn biologische ouders. Ik wist niet wat ik met ze moest, en waarom zou ik ze ook gaan zoeken? Zij hadden mij in de steek gelaten. Althans, dat werd mij verteld. Nu ben ik daar niet langer van overtuigd. Als biologische ouders de buitenlandse adoptie van hun baby kinderhandel noemen, kan ik niet anders meer dan ze daarin gelijk geven.

Als ik kritisch ben over interlandelijke adoptie, krijg ik vaak de vraag wat mijn adoptieouders daarvan vinden. Daardoor voel ik me bijna verplicht om te zeggen dat wensouders óók slachtoffer waren van het systeem. Maar dat betekent niet dat ik mezelf hoef weg te cijferen. Het debat over interlandelijke adoptie is decennialang gedomineerd door wensouders. Het wordt tijd dat mensen zich proberen in te leven in de geadopteerdenA, die als product werden verkocht aan buitenlandse kopers. En in de biologische ouders, van wie een kind werd afgepakt.

De volledige namen van Trudy en ‘Rachel’ zijn bekend bij de hoofdredactie.


Bron: https://www.trouw.nl/tijdgeest/cindy-huijgen-32-werd-geadopteerd-uit-china-elke-keer-als-ik-meer-te-weten-kom-draait-mijn-maag-om~bdb4c37d/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F



Neem contact met ons op en deel je verhaal

Ma - Vr                  9:00u -17:00u

Za -Zo                    Gesloten

Neem contact met ons op